maandag 14 januari 2013

Over vogeltjes en de sociaaldemocratie.


Niet zo lang geleden was ik in de gemeenteraad van Hoorn druk doende een tij te keren. Ten minste, zoveel was de bedoeling. Eén en ander bleek echter, naar opvatting van de coalitie, een gedane zaak. De raad had in een eerder stadium ingestemd met bepaalde voorbereidingsbesluiten en zodoende, aldus een zekere collega, “het vogeltje over het touwtje laten springen”…

Als beelddenker deed het horen van deze uitdrukking direct een merkwaardig tafereel aan mijn geestesoog voorbijtrekken, mij in eerste instantie geïntrigeerd achterlatend met de vraag waarom een vogeltje zich in vredesnaam springend over een touwtje zou begeven. Direct gevolgd door de kwestie ‘waarom een touwtje?’, daar deze vermoedelijk als hoogtemeter bedoelde afbakening voor een vliegend schepsel toch slechts van zeer relatieve betekenis kan zijn. Voorts daalde pas het besef in van de overdrachtelijke bedoeling die mijn zekere collega had met deze zo zorgvuldige voorbereide toepassing van onderhavig, vogel-gerelateerd spreekwoord.

Dank je de koekoek, dacht ik. En: dat kan ik beter.

*

Beste sociaaldemocraat,

U kent mij, vermoedelijk, niet. Mijn naam is Samir Bashara, fractievoorzitter van GroenLinks Hoorn. GroenLinks is die partij waarvan de fractie in de gemeenteraad van Hoorn evenveel zetels bezet als de landelijke fractie in Den Haag. Niet getreurd; één bonte kraai maakt nog geen winter. God verhoede vooral dat diezelfde verhoudingen ooit voor de Partij van de Arbeid gaan gelden. En ja, die klopt twee kanten op.

Niet dat ik u overigens minder dan alle goeds gun. GroenLinks en de Partij van de Arbeid trekken in Hoorn soepel en effectief met elkaar op. Wij staan in de meeste dossiers zij aan zij en delen dezelfde verontwaardiging wanneer dure vogeltjes bruusk over touwtjes worden gejaagd, terwijl dat ten koste gaat van het sociaal domein. Wij halen daarin, zo durf ik te stellen, een niveau dat als voorbeeld kan dienen van de wijdverbreide wens tot linkse samenwerking. Ik ben zelfs een GroenLinkser van de categorie die mogelijkheden ziet voor een brede vrijzinnig-linkse beweging waar onze beide partijen in de verdere toekomst in zouden kunnen opgaan.

Onder de huidige omstandigheden zie ik het er evenwel voorlopig niet van komen, en dat zal zo blijven zolang de sociaaldemocratie zichzelf als de norm blijft beschouwen in een wereld waarin zij in feite geschiedenis is. Dit ga ik uitleggen.

Doordat de sociaaldemocratie haar fundamentele kritiek op de essentie van het kapitalisme al in de eerste helft van de twintigste eeuw liet varen, raakte het ideaal van emancipatie van de onderklasse al gauw gereduceerd tot een primair materiele aangelegenheid. Die emancipatie vergde niet langer de overvleugeling van het stelsel; zij ging er onderdeel van uitmaken en moest tot uitdrukking komen in de mogelijkheid tot accumulatie van bezit voor elke burger, door een eerlijke verdeling van de economische groei. Een doel dat halverwege de jaren ’70 feitelijk was bereikt.

Sindsdien, beste sociaaldemocraat, schiet uw beweging geen hoofdvogels meer.

Na de oliecrises die voor het eerst een kentering veroorzaakte in de economische groei, bleek al gauw dat de sociaaldemocratie een enorme middenklasse van kleine, aan groei verslaafde kapitalistjes had gecreëerd. Morrende kapitalistjes, die in materiële zin vooral iets te verliezen hadden en waarvoor solidariteit derhalve meer en meer een bedreiging werd. Kapitalistjes, kortom, die in essentie geen sociaaldemocraat meer waren. Het vogeltje was gevlogen.

Al in het begin van de jaren tachtig landde bij bepaalde partijideologen het besef dat het tevreden houden van de eigen achterban op de lange termijn per definitie onmogelijk zou zijn, zolang dat zich moest blijven voltrekken volgens het economische groeibeginsel van de midden-twintigste eeuw. Zij concludeerden dat de ideologie zichzelf radicaal moest vernieuwen, of overbodig zou worden. De gevestigde orde echter, koos voor een strategie van struisvogelpolitiek en sloeg de Derde Weg in. Een weg die de economische groei niet minder, maar juist nog méér als uitgangspunt nam. Ik citeer twee passages van de Wikipedia-pagina aangaande de Derde Weg:

Een belangrijk kenmerk van de ideologie is een positieve waardering van het marktmechanisme. Ook wordt de nadruk gelegd op persoonlijke verantwoordelijkheid. Volgens deze ideologie dient de overheid zo min mogelijk actief in te grijpen in de maatschappij. (…) Burgers worden in de visie van de Derde Weg geacht eerst zelf hun problemen te proberen op te lossen, alvorens de overheid aan te spreken.

Het vogeltje had zijn ideologische veren afgeschud.

Sinds deze weg werd ingeslagen, is er op een basaal ideologisch niveau bijna geen zichtbaar onderscheid meer tussen de sociaaldemocratie en de ideologieën van de andere grote partijen van Nederland, waaronder zelfs de VVD. Allemaal delen zij een twintigste-eeuwse, modernistisch-materialistische welvaartsconceptie, inclusief het bijbehorend instrumentarium. De ogenschijnlijke verschillen tussen de traditionele vier (inclusief D66) zijn sinds de jaren negentig goeddeels cosmetisch. Elke koekoek roept z'n eigen naam, maar het zijn vogels van enerlei veren en als de hemel valt, zijn alle mussen dood.

Wat ooit begon als allround emancipatie-ideologie, over de spreiding van kennis, macht en inkomen, met de zelfredzame burger als einddoel en de kroon op het werk, was verworden tot een economisch-reductionistische confectie-ideologie die de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid, gelijk het liberalisme en het confessionalisme, simpelweg vóóronderstelde. De kip met de gouden eieren is geslacht, de bijt zijn vreemde eend kwijt.

Anno 2013 wordt in uw kringen nog steeds zeer welgemeende lippendienst bewezen aan de uitgangspunten van solidariteit en gelijkheid, maar is de fundamentele ideologie waarop één en ander steunt, verwaterd tot de volgende, tekenende definitie. Ik citeer wederom Wikipedia:

Sociaaldemocratie is de aanduiding voor een politieke beweging die op democratische wijze binnen de bestaande maatschappelijke orde een sociale wetgeving op grond van min of meer egalitaire beginselen voorstaat.

Tsja, met zo’n definitie is elk schot een eendvogel.

Begrijpt u mij niet verkeerd, beste sociaaldemocraat, als personen delen u en ik zonder twijfel grofweg hetzelfde maatschappijideaal. U vaart daarbij echter op een ideologie die door haar modernistische, primair economie-georiënteerde benadering, in essentie haar eigen achterban heeft opgeheven. Die uitsluitend in economische zin geëmancipeerde burger wil namelijk geen progressie meer, maar slechts voortdurende zekerheid, stabiliteit, belangenbescherming en voortgaande groei. Zaken die u en ik in de 21e eeuw niet langer te bieden zullen hebben. De houdbaarheidsdatum van dat model is domweg verstreken.

Het is tijd voor een stap naar een meer postmodernistische, 21e-eeuwse versie van het linkse gedachtegoed. Een versie die weer durft te draaien om fundamentele menselijke waarden als vrijheid, gelijkheid en solidariteit, zónder daarbij uitsluitend de focus op economische vooruitgang te leggen. Die durft uit te gaan van 0% groei. Die durft te zeggen dat sommige zekerheden van gevestigden de onzekerheden zijn van buitenstaanders. En dat dat helemaal niet eerlijk is. Niet solidair. Niet links.
Wij moeten in de volle breedte van het linkse spectrum het lef hebben om van achter de burger vandaan te komen en weer voor haar uit te durven gaan lopen. Haar niet meer naar de mond praten. Haar niet meer het rad voor ogen draaien dat alles kan blijven zoals het was, kan blijven groeien zoals het groeide, omdat dat systeem eenvoudigweg topzwaar is geworden. Oftewel, het is tijd voor leiderschap. Links leiderschap.

Ik verwacht, beste sociaaldemocraat, niet dat u uw beweging en ideologie als bij toverslag de rug toekeert. Elke vogel prijze zijn nest. Maar als u die stap naar de 21e eeuw op den duur niet zet, zal ‘links’ alleen maar meer terrein verliezen. Dan wordt het een vogel voor de kat. Dan wordt het kleine vogels, kleine nesten. Dan zijn wij sitting ducks.

Als u zover bent, staat GroenLinks in de 21e eeuw op u te wachten. Maar taal niet te lang, want als de haan niet kraait vóór het avondrood, gaat het regenen. Of de haan is dood.


Met kameraadschappelijke groet,

Samir Bashara