maandag 30 augustus 2010

'Wij' zijn beschaafder

In de laatste en leukste aflevering van Zomergasten 2010 (28 augustus) legde fotograaf Erwin Olaf uit hoe wij (mensen) kijkend naar een olifant, niet meer zien dan dat: een olifant. Wij projecteren elke eigenschap van een specifieke olifant op de gehele soort omdat de verschillen ons ontgaan. Dit terwijl wij als mensen onderling dermate veel details waarnemen dat we in staat zijn individuen in een oogopslag van elkaar te onderscheiden. Kernachtig vatte Olaf een elementair beginsel in de menselijke waarneming samen: hoe dichter iets bij je staat, hoe genuanceerder je beeld ervan is. Des te opvallender was de uitspraak die hij later op de avond deed in reactie op beelden van 9/11: 

‘Wij zijn beschaafder.’

Het werd (bij gebrek aan doorvragen door JBC) niet geheel duidelijk wie hij precies bedoelde met ‘wij’ en wie derhalve de veronderstelde ‘zij’ waren. Ik vraag mij eerlijk gezegd ook af of hij dat zelf precies weet. De gewekte indruk was in elk geval dat het onderscheid hier grosso modo ‘wij westerlingen’ en ‘zij moslims’ betrof. Moslims zijn voor Olaf dus een soort olifanten. Immers, het gedrag van een smaldeel wordt tot kenmerkende eigenschap gemaakt van de gehele categorie. ‘Moslims’ plegen aanslagen. ‘Moslims’ metselen homo’s in. ‘Zij’ zijn, derhalve, minder beschaafd dan ‘wij’. 

*
De dynamiek van het wij-zij denken is in de sociale wetenschappen uit en te na beschreven. Norbert Elias laat in zijn Gevestigden en Buitenstaanders (1965) bijvoorbeeld zien dat deze dynamiek vaak getekend wordt door twee dingen. Enerzijds kenschetsen mensen de eigen wij-groep aan de hand van positief gedrag dat beantwoordt aan heersende normen en waarden. Afwijkend gedrag door leden van de eigen groep, wordt gezien als individuele, regelbevestigende uitzondering. Anderzijds worden zij-groepen vaak als geheel gekarakteriseerd op basis van het negatieve gedrag van bepaalde leden van die groepen. Positieve uitzonderingen worden niet opgemerkt of zelfs geïsoleerd; zij worden door hun ‘goede’ gedrag niet langer beschouwd als lid van de zij-groep. 
Ook andere wetenschappers brachten dit verschijnsel in kaart. Zij lieten zien dat het hier veel voorkomend menselijk gedrag betrof, dat tegelijkertijd irrationeel was en tot onrechtvaardigheid leidde. Kort na WO II vielen deze inzichten in vruchtbare aarde, hetgeen in de jaren ’70, ’80 en ’90 leidde tot een vrij algemeen aanvaarde maatschappelijke weerstand tegen het generaliseren van groepen. Het werd zelfs een dermate groot taboe dat het onderwerp schier-onbespreekbaar was geworden, op straffe van het predikaat ‘racist’. In Nederland kwam hierin een kentering na 9/11 en het tijdperk Fortuyn. Anno 2010 is de beschreven vorm van wij-zij denken in Nederland weer vrij normaal en geaccepteerd geworden. Alles mag gezegd worden, zo luidt het credo.
Nu leidt taboeïsering niet tot begrip maar uitsluitend tot zwijgzaamheid. Het wordt ervaren als morele terreur en versterkt de heimelijke emoties eerder dan ze te temperen. Daarom is de genoemde kentering op zichzelf een goede zaak. Vrijheid van meningsuiting is niet onderhandelbaar, óók als de betreffende mening dom of onaangenaam is. Het mooie van de vrije meningsuiting is namelijk dat je op jouw beurt ook ongeremd tegen die meningen in mag gaan. 


*
Toen ik, dit alles overwegende, via Twitter mijn verbazing en ongenoegen uitsprak over de ongenuanceerde opmerking van Olaf, bleek dat ik mij had vergist. Klaarblijkelijk verkeerde ik geheel ten ónrechte in de veronderstelling dat de vrijheid van meningsuiting ook voor mij gold. Getuige bepaalde reacties geldt deze alleen voor sommige mensen.

Dat wist ik niet. 

Zat ik daar, argeloos uitleggend dat het - bovenstaande gedragsdynamiek indachtig - vreemd was om ‘hen’ wel als groep de wandaden van individuen aan te rekenen, terwijl dat ‘ons’ bespaard bleef. Zonder gêne erop wijzend dat ‘wij’ met 10% van de mensen 90% van de rijkdom in handen hadden en die situatie welbewust in stand hielden, dus hoezo beschaafd? Mij van geen kwaad bewust en er, kortom, vrolijk op los reutelend. 
Maar dat was dus helemaal fout, zo is mij uitgelegd. Ik kan de vinger er nog niet helemaal op leggen, maar tot zover ik het op dit moment begrijp mag alles gezegd worden, mits het irrationeel, stompzinnig en boos is. Nuance, schmuance, lang nadenken is voor sukkels en houd je je daar niet aan, dan word je ‘kapot geblogd’...

Het gaat even duren voordat de olifanten in mensen veranderen en ik het nuanceverschil tussen de wél- en de niet-toegestane meningen helemaal heb begrepen. Zoiets heeft tijd nodig. Ietwat bedremmeld ben ik dan ook teruggekeerd naar het kalme en rustige medium van de televisie. Daar was Erwin Olaf die, in tegenstelling tot de meeste van mijn digitale kwelgeesten, tegenover die ene rare opmerking nog zo’n drie uur aan intelligente, beschaafde inzichten stelde. Verademend.

Samir Bashara

Dit artikel verscheen eerder op www.DeJaap.nl.