woensdag 7 maart 2018

Nieuwjaarsboodschap 2018

2018.

Lief Hoorn,

Time flies when you’re having fun, zeggen de Engelsen. And I had fun. De mooiste baan van de wereld is -voorlopig- bijna ten einde. Het is in een oogwenk voorbij gegaan. Voor de vierde en laatste maal deze bestuursperiode, wend ik mij tot u met een nieuwjaarswens recht vanuit het hart. Nog één keer terug- en vooral vooruitkijken.

Terugkijken

Waar komen we vandaan?

In maart 2014 was Hoorn enorm toe aan verandering. Aan een meer open en authentiek stadsbestuur dat durfde luisteren én durfde leiden. Aan groener en socialer beleid. Aan een samenleving in harmonie met zijn natuurlijke omgeving, bruisend van energie en vooruitgang. De campagne was pittig en de tegenstellingen in de politiek waren scherp geslepen. Toen dat stof was neergedaald, was het tijd om elkaar weer te vinden. Ik schreef u in 2015 dan ook:

“Het kussen is flink opgeschud. (...) [Nu is het] zaak om weer samen de weg omhoog in te slaan. Uiteindelijk hebben we immers allemaal hetzelfde doel en dat is het welzijn van onze inwoners en de ontwikkeling van de stad. En gelukkig (...) de tweede helft van 2014 stond alweer voornamelijk in het teken van samenwerken, ontwikkelen en bouwen aan de toekomst.

Gedurende dat jaar was het echter nog veel zoeken. Zoeken naar politieke samenwerking. Zoeken naar de juiste weg, de juiste toon, de juiste stijl. Het besturen van een stad is iets wat je moet leren, zonder dat je daar de tijd voor krijgt. Een proces waarin je veel goed doet, maar ook met enige regelmaat fouten maakt. Dat is onvermijdelijk. Je leert ervan, je wordt sterker en wijzer, maar wat heb ik soms ook aan mijzelf getwijfeld. Dat mag u best weten. Het is dan zaak steeds weer terug te keren naar de kern. Ik wenste u een massief gouden 2016, met onder meer de woorden:

“‘Houd het hart warm en het hoofd koel.’ (...) Dat credo vat precies samen wat m.i. het leidende motief moet zijn, in de politiek en in het (openbaar) bestuur. Het anker waaraan ik alles wat ik doe steeds wil blijven leggen; neem besluiten altijd weloverwogen en koel beredeneerd, maar neem ze met een warm hart. Voor het welzijn van mensen, voor de ontwikkeling van de stad en voor een betere wereld. (...)”

Het hart warm en het hoofd koel. Aan dat credo denk ik elke dag. Het geeft koers en richting. Het helpt je -vooral op die allermeest lastige en venijnige momenten die je als politicus nu eenmaal soms meemaakt- om koers te houden. In mijn geval is dat een koers van vooruitgang, optimisme en onderling vertrouwen. Ik wil staan voor een politiek van hoop.

Ik groette u begin 2017 aldus.

“‘Hoop’ is niet iets waarin je passief gelooft (of niet), maar iets waarin je actief investeert. Waar je voor moet staan. Door in gesprek te blijven. Door te blijven beseffen dat het enige antwoord op oorlog, vrede is en nooit te vergeten dat er voor alles altijd een alternatief is. Hoe? Dat weet ook ik lang niet altijd. Maar het begint bij de wens. Bij de keuze. Wij kiezen zelf hoe we omgaan met onze naasten én met onbekenden. Wij kiezen zelf hoe we omgaan met onze planeet. Hoe wij ons uitlaten, hoe wij ons werk doen. Hoe wij leven.”

En nu is het 2018. Tijd voor balans opmaken, maar vooral vooruit kijken. Er is in de afgelopen vier jaar bijzonder veel bereikt. Op het gebied van duurzaamheid, verkeer & vervoer, openbare ruimte, onderwijs & ontwikkeling, democratisering, zorg, werk, toerisme, cultuur & erfgoed en nog veel meer. Maar besturen is zaaien en oogsten. De voorbije periode hebben we veel geoogst, maar nog veel meer gezaaid. Wij zijn nog lang niet klaar.


Vooruitkijken

En daarbij hoort één simpele kernvraag:

Waar willen we naartoe?

Als je het verhaal van een steeds groter deel van de politici moet geloven, is de ‘gewone man’ in Nederland, boos, bang en onverdraagzaam. En dus verkondigen die politici boze, onverdraagzame boodschappen, die de eventuele angst -tot zover daar sprake van is- alleen nog maar verder vergroten.

Ik geloof niet in dat soort politiek.

Ik geloof niet in een politiek die tegenstellingen alleen maar vergroot en daarmee het oplossen van problemen alleen maar moeilijker maakt. Maar ik geloof ook niet in de stelling van die politiek. De zwijgende meerderheid van de gewone mensen is helemaal niet boos, helemaal niet onverdraagzaam, helemaal niet negatief.

Waarom bestaat dan toch die overtuiging? Dat zou wel eens kunnen komen doordat er wel heel veel óver, maar buitengewoon weinig mét deze gewone mensen wordt gepraat. En daardoor kan het gebeuren dat de kleine minderheid die het hardst schreeuwt, de agenda bepaalt.

Maar als je de tijd en de moeite neemt om écht met mensen in gesprek te gaan, zoals wij de afgelopen jaren veelvuldig hebben gedaan, dan krijg je een totáál ander beeld. Zeker, mensen hebben zorgen. Over hun baan of pensioen, over de zorg voor hun bejaarde ouders, over de klimaatverandering waarvan we de gevolgen langzaam maar zeker echt beginnen te merken. Maar van die vele honderden mensen die ik de afgelopen jaren sprak, zijn veruit de meeste in de basis vooral ook hoopvol. Hoopvol voor een betere toekomst en ook bereid om daar zelf de schouders onder te zetten. Veruit de meeste van hen voelen zich helemaal niet gehoord -laat staan vertegenwoordigd- door een politiek van pessimisme, tegenstellingen en onvrede.

Die grote meerderheid van gewone mensen heeft genoeg van de negativiteit. Genoeg van het venijn in het maatschappelijk debat. Genoeg van politici die vooral bezig zijn met elkaar vliegen afvangen. Genoeg van het zijn van het leidend voorwerp in de politieke discussie.

Daarom is het tijd om een simpel besluit te nemen. Namelijk dat het mooi geweest is. Dat wij er definitief niet meer aan mee doen. Dat wij per vandaag een aantal tandjes gaan bijschakelen richting een andere toonzetting, richting een andere politiek en richting een andere samenleving. Want dat is waar die zwijgende meerderheid van heel gewone mensen zo’n enorme behoefte aan heeft. Een andere politiek.

En we doen het voor die mensen. Als het aan mij ligt gaan wij laten zien dat het kan. Dat politiek positief kan zijn. Gericht op overeenkomsten in plaats van op verschillen. Gericht op samenwerken en harmonie in plaats van op het uitvergroten van tegenstellingen. Een politiek die uitgaat van vooruitkijken. Wat willen we wél? Waar willen we naartoe? Wat voor stad willen wij zijn? Mijn antwoord is duidelijk:

Een zorgzame stad die zorgt voor diegenen die zorg nodig hebben én voor diegenen die zorg verlenen.

Een eerlijke stad, waarin wij onze welvaart eerlijk delen, maar ook ons welzijn, ons onderwijs, onze gezondheid en onze planeet.

Een stad van ontwikkeling, waarin innovatie van onderwijs- en jeugdvoorzieningen, circulaire economie en maatschappelijk initiatief ruim baan krijgen.

Een duurzame stad, die de handschoen oppakt en zichzelf definitief op de rails zet richting een klimaatneutrale toekomst.

En een lieve stad, zoals de onlangs overleden burgemeester van Amsterdam het zo mooi noemde. Een stad waarin iedereen welkom is, mee mag doen, samenwerkt, oog heeft voor een ander en gewoon, heel gewoon, een beetje lief voor elkaar is.


Lief Hoorn, het was mij een onnoemelijk grote eer om de afgelopen vier jaar uw wethouder te mogen zijn. Het was mij een onnoemelijk grote eer om, in de mooiste baan van de wereld, een bijdrage te mogen leveren aan de verandering die de stad nodig heeft. Een verandering die overtuigend van start en onomkeerbaar is. Een verandering waar ik de komende jaren, ongeacht in welke rol, geïnspireerd en bevlogen mee door wil.


Ik wens u en de uwen een liefdevol 2018 toe.


Samir Bashara

Geen opmerkingen:

Een reactie posten