Niet zo lang
geleden was ik in de gemeenteraad van Hoorn druk doende een tij te keren. Ten
minste, zoveel was de bedoeling. Eén en ander bleek echter, naar opvatting van
de coalitie, een gedane zaak. De raad had in een eerder stadium ingestemd met bepaalde
voorbereidingsbesluiten en zodoende, aldus een zekere collega, “het vogeltje
over het touwtje laten springen”…
Als
beelddenker deed het horen van deze uitdrukking direct een merkwaardig tafereel
aan mijn geestesoog voorbijtrekken, mij in eerste instantie geïntrigeerd
achterlatend met de vraag waarom een vogeltje zich in vredesnaam springend over een touwtje zou begeven.
Direct gevolgd door de kwestie ‘waarom een touwtje?’, daar deze vermoedelijk
als hoogtemeter bedoelde afbakening voor een vliegend schepsel toch slechts van
zeer relatieve betekenis kan zijn. Voorts daalde pas het besef in van de
overdrachtelijke bedoeling die mijn zekere collega had met deze zo zorgvuldige
voorbereide toepassing van onderhavig, vogel-gerelateerd spreekwoord.
Dank je de
koekoek, dacht ik. En: dat kan ik beter.
*
Beste
sociaaldemocraat,
U kent mij,
vermoedelijk, niet. Mijn naam is Samir Bashara, fractievoorzitter van
GroenLinks Hoorn. GroenLinks is die partij waarvan de fractie in de
gemeenteraad van Hoorn evenveel zetels bezet als de landelijke fractie in Den
Haag. Niet getreurd; één bonte kraai maakt nog geen winter. God verhoede vooral
dat diezelfde verhoudingen ooit voor de Partij van de Arbeid gaan gelden. En
ja, die klopt twee kanten op.
Niet dat ik u overigens minder dan alle goeds gun. GroenLinks en de
Partij van de Arbeid trekken in Hoorn soepel en effectief met elkaar op. Wij
staan in de meeste dossiers zij aan zij en delen dezelfde verontwaardiging
wanneer dure vogeltjes bruusk over touwtjes worden gejaagd, terwijl dat ten
koste gaat van het sociaal domein. Wij halen daarin, zo durf ik te stellen, een
niveau dat als voorbeeld kan dienen van de wijdverbreide wens tot linkse
samenwerking. Ik ben zelfs een GroenLinkser van de categorie die mogelijkheden
ziet voor een brede vrijzinnig-linkse beweging waar onze beide partijen in de
verdere toekomst in zouden kunnen opgaan.
Onder de huidige omstandigheden zie ik het er evenwel voorlopig
niet van komen, en dat zal zo blijven zolang de sociaaldemocratie zichzelf als
de norm blijft beschouwen in een wereld waarin zij in feite geschiedenis is. Dit ga ik uitleggen.
Doordat de sociaaldemocratie haar
fundamentele kritiek op de essentie van het kapitalisme al in de eerste helft
van de twintigste eeuw liet varen, raakte het ideaal van emancipatie van de
onderklasse al gauw gereduceerd tot een primair materiele aangelegenheid. Die
emancipatie vergde niet langer de overvleugeling van het stelsel; zij ging er
onderdeel van uitmaken en moest tot uitdrukking komen in de mogelijkheid tot
accumulatie van bezit voor elke burger, door een eerlijke verdeling van de
economische groei. Een doel dat halverwege de jaren ’70 feitelijk was bereikt.
Sindsdien, beste sociaaldemocraat, schiet
uw beweging geen hoofdvogels meer.
Na de oliecrises die voor het eerst een
kentering veroorzaakte in de economische groei, bleek al gauw dat de
sociaaldemocratie een enorme middenklasse van kleine, aan groei verslaafde
kapitalistjes had gecreëerd. Morrende kapitalistjes, die in materiële zin
vooral iets te verliezen hadden en waarvoor solidariteit derhalve meer en meer
een bedreiging werd. Kapitalistjes, kortom, die in essentie geen
sociaaldemocraat meer waren. Het vogeltje was gevlogen.
Al in het
begin van de jaren tachtig landde bij bepaalde partijideologen het besef dat
het tevreden houden van de eigen achterban op de lange termijn per definitie
onmogelijk zou zijn, zolang dat zich moest blijven voltrekken volgens het
economische groeibeginsel van de midden-twintigste eeuw. Zij concludeerden dat
de ideologie zichzelf radicaal moest vernieuwen, of overbodig zou worden. De
gevestigde orde echter, koos voor een strategie van struisvogelpolitiek en sloeg
de Derde Weg in. Een weg die de economische groei niet minder, maar juist nog
méér als uitgangspunt nam. Ik citeer twee passages van de Wikipedia-pagina
aangaande de Derde Weg:
Een
belangrijk kenmerk van de ideologie is een positieve waardering van het
marktmechanisme. Ook wordt de nadruk gelegd op persoonlijke verantwoordelijkheid.
Volgens deze ideologie dient de overheid zo min mogelijk actief in te grijpen
in de maatschappij. (…) Burgers worden in de visie van de Derde Weg geacht
eerst zelf hun problemen te proberen op te lossen, alvorens de overheid aan te
spreken.
Het vogeltje had zijn ideologische veren
afgeschud.
Sinds deze weg werd ingeslagen, is er op
een basaal ideologisch niveau bijna geen zichtbaar onderscheid meer tussen de
sociaaldemocratie en de ideologieën van de andere grote partijen van Nederland,
waaronder zelfs de VVD. Allemaal delen
zij een twintigste-eeuwse, modernistisch-materialistische welvaartsconceptie,
inclusief het bijbehorend instrumentarium. De ogenschijnlijke verschillen
tussen de traditionele vier (inclusief D66) zijn sinds de jaren negentig
goeddeels cosmetisch. Elke koekoek roept z'n eigen naam, maar het zijn vogels van enerlei veren en als de hemel valt, zijn alle mussen dood.
Wat ooit begon als allround emancipatie-ideologie, over de spreiding van kennis, macht
en inkomen, met de zelfredzame burger als einddoel en de kroon op het werk, was
verworden tot een economisch-reductionistische confectie-ideologie die de
zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid, gelijk het liberalisme en het
confessionalisme, simpelweg vóóronderstelde. De kip met de gouden eieren is geslacht, de bijt zijn
vreemde eend kwijt.
Anno 2013 wordt in uw kringen nog steeds
zeer welgemeende lippendienst bewezen aan de uitgangspunten van solidariteit en
gelijkheid, maar is de fundamentele ideologie waarop één en ander steunt,
verwaterd tot de volgende, tekenende definitie. Ik citeer wederom Wikipedia:
Sociaaldemocratie
is de aanduiding voor een politieke beweging die op democratische wijze binnen
de bestaande maatschappelijke orde een sociale wetgeving op grond van min of
meer egalitaire beginselen voorstaat.
Tsja, met zo’n definitie is elk schot
een eendvogel.
Begrijpt u mij niet verkeerd, beste sociaaldemocraat, als personen delen u en ik zonder twijfel grofweg hetzelfde
maatschappijideaal. U vaart daarbij echter op een ideologie die door haar
modernistische, primair economie-georiënteerde benadering, in essentie haar
eigen achterban heeft opgeheven. Die uitsluitend in economische zin
geëmancipeerde burger wil namelijk geen progressie meer, maar slechts voortdurende
zekerheid, stabiliteit, belangenbescherming en voortgaande groei. Zaken die u
en ik in de 21e eeuw niet langer te bieden zullen hebben. De
houdbaarheidsdatum van dat model is domweg verstreken.
Het is tijd voor een stap naar een meer
postmodernistische, 21e-eeuwse versie van het linkse gedachtegoed.
Een versie die weer durft te draaien om fundamentele menselijke waarden als
vrijheid, gelijkheid en solidariteit, zónder daarbij uitsluitend de focus op economische
vooruitgang te leggen. Die durft uit te gaan van 0% groei. Die durft te zeggen
dat sommige zekerheden van gevestigden de onzekerheden zijn van
buitenstaanders. En dat dat helemaal niet eerlijk is. Niet solidair. Niet links.
Wij moeten in de volle breedte van het
linkse spectrum het lef hebben om van achter de burger vandaan te komen en weer
voor haar uit te durven gaan lopen. Haar niet meer naar de mond praten. Haar
niet meer het rad voor ogen draaien dat alles kan blijven zoals het was, kan
blijven groeien zoals het groeide, omdat dat systeem eenvoudigweg topzwaar is
geworden. Oftewel, het is tijd voor leiderschap. Links leiderschap.
Ik verwacht, beste
sociaaldemocraat, niet dat u uw beweging en ideologie als bij toverslag de rug
toekeert. Elke vogel prijze zijn nest. Maar als u die stap naar de 21e
eeuw op den duur niet zet, zal ‘links’ alleen maar meer terrein verliezen. Dan wordt het een vogel voor de kat. Dan
wordt het kleine vogels, kleine nesten. Dan zijn wij sitting ducks.
Als u zover
bent, staat GroenLinks in de 21e eeuw op u te wachten. Maar taal
niet te lang, want als de haan niet kraait vóór het avondrood, gaat het regenen. Of de haan
is dood.
Met
kameraadschappelijke groet,
Samir
Bashara